Tasmanroutes

Ontdek en beleef Groningen met de Tasmanroutes een verzameling van aanloop- en doorgaande vaarroutes weergegeven op de Tasmanvaarkaart.

Ontdek de Gouden Eeuw van de Groninger Veenkoloniën in Veendam

Veenkoloniaal Museum

Groninger Maritieme Musea Online

Slider

Veenkoloniaal Museum

Museumplein 5 (ingang: cultuurcentrum vanBeresteyn)
9641 AD Veendam
0598 - 364 224
info@veenkoloniaalmuseum.nl
www.veenkoloniaalmuseum.nl
Openingstijden:

Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag: 10.00-17.00 uur
Zaterdag, zondag en maandag: 13.00-17.00 uur

Ontdek de Gouden Eeuw van de Groninger Veenkoloniën in Veendam. Het Veenkoloniaal Museum is in 1939 opgericht en kwam voort uit de Veenkoloniale Vereniging voor Oudheidkunde. Sinds 1989 is het museum gehuisvest in de voormalige RHBS van Veendam.

Het museum
In het monumentale pand uit 1911 vertelt het museum over de ontwikkeling van de Groninger Veenkoloniën: het boeiende verhaal dat meer is dan vervening en de turfgravers. Het vertelt ook over de honderden binnenschepen, tientallen kilometers kanaal, de rijke industrie van aardappelzetmeel en strokarton en de vele zeevarenden. Ooit kwam meer dan 60% van de Nederlandse zeegaande vloot uit de Groninger Veenkoloniën en werd ‘Koers Oostzee’ gezet. We vertellen ook het verhaal van de Gouden Aardappel die meer dan zetmeel opleverde, het verhaal van Lloyds uit Londen die zich in Veendam vestigde, maar ook over de historische verbinding met de Letse stad Riga. De rijke geschiedenis is verbonden door water en gevormd door ondernemende kapiteins, landbouwers en fabrikanten. Het is ook de regio van Anthony Winkler Prins en de kunstschilders Bart Peizel en Herman Mees. De permanente collectie omvat onder andere de Veenkoloniale Kustvaart, de handel op Riga en de strokarton- en aardappelzetmeelindustrie. Daarnaast worden wisselexposities georganiseerd.

Exposities en activiteiten in het museum

Voortvarende vrouwen in de 19de eeuwse Veenkoloniale Zeevaart

Van 13 oktober 2019 t/m 26 januari 2020

In de Groninger Veenkoloniën speelde de vrouw in de zeevaart een belangrijke rol. Ze bleef niet alleen thuis wachten op de terugkomst van haar man en kinderen, maar voer zelf actief mee. De vloot in de Veenkoloniën bestond hoofdzakelijk uit relatief kleine zeeschepen, variërend van 60 tot 150 ton. In de binnenvaart was, en is nog steeds, een belangrijke rol voor de vrouw weggelegd. De Veenkoloniale zeevaart ontsproot juist uit die binnenvaart. Op oude binnenvaartfoto’s zien we dan ook vaak de vrouw aan het roer staan.

Noordewerk: aardewerk uit Noord-Nederland van 1880 tot heden

Van 8 december 2019 t/m 8 maart 2020

In de expositie is industrieel gemaakte keramiek te zien, variërend van sieraardewerk tot serviezen en van monumentale wandbekledingen tot tegelontwerpen, waarbij ook de inbreng van kunstenaars wordt belicht. Met een dergelijk overzicht van noordelijke keramiekfabrieken heeft het Veenkoloniaal Museum een primeur.

Voor Groningen komen aan bod ADCO, Erica (later Irene) en de Groninger Steenfabrieken. Drenthe wordt vertegenwoordigd door Royal Goedewaagen en  Overijssel door ESKAF en Flora Plateel. Uit Friesland is keramiek te zien van Koninklijke Tichelaar, Koninklijke Van Hulst, Tjallingii en Albarello.

Mummia en het zusje van het meisje van Yde, een tentoonstelling geïnspireerd op turf en bijgeloof

Van 16 februari 2020 t/m 17 mei 2020

Een tentoonstelling geïnspireerd op turf en bijgeloof. Turf bestaat uit natuurlijk materiaal, ontstaan door veengroei in moerasgebieden die rijk zijn aan zuurstofarm water. Turfgravers komen tijdens het graven soms veenlijken tegen. In de 19de eeuw werden die vermalen tot mummia, een kostbaar poeder dat potentie verhogend zou werken.

Kunstenaar Dioni ten Busschen experimenteert al jaren met vormgeving, kleur en de functionaliteit van turf en turfstrooisel en is daarmee grensverleggend. Het resultaat is een scala van oorspronkelijke kunst- en designobjecten gemaakt van turf.

In Veendam is er de vraagstelling en verbazing uitgebeeld dat als wij moderne mensen nog tot 1920 geloofden in Mummia. Een poeder dat niet alleen potentie verhogend zou zijn, maar ook zou werken tegen allerlei kwalen wat nooit getest en bewezen is. Natuurlijk vinden wij dit nu 100 jaar later belachelijk. Maar doen wij dit nu niet nog steeds? In China malen ze de neuzen van de neushoorns en verkopen die voor heel veel geld en zeggen ook zonder bewijs dat dit voor van alles en nog wat helpt. Hetzelfde geldt voor de nagels van tijgers, albino’s, gordeldieren etc. Het vreemde is dat er steeds een dier of mens gedood/geofferd moet worden. Zo ook de veenlijken die in het moeras gevonden zijn. Geofferd en paradoxaal genoeg ook nog eens in de 19de en 20ste eeuw uit bijgeloof vermalen en eigenlijk voor een tweede keer geofferd.